Page 46 - De Tuin in vier seizoenen
P. 46
ROZE KUSSENS
Verder lopend vertelt Carmelo dat de fase met korst- mossen 10 tot 20 jaar kan duren. Daarna komt zo’n gebied in een overgangsfase waarin meer gevarieerde beplanting verschijnt. Hij noemt dat het Astragal- etum, naar een van de eerste pioniersplanten die er na de korstmossen verschijnt: Astragalus sicilus (in het Italiaans de Astragalo dell’Etna). Hij wijst me wat van die groene kussens – want in die vorm groeit de plant – aan en laat me in zijn boek een foto zien van deze planten in volle zomerbloei. Zwarte lava bezaaid met een overdaad aan knalroze kussens. Bizar en prachtig. Heeft Astragalus zich gevestigd dan volgt er veel meer.
Verder lopend komen we heel wat tegen. Niet alles valt meteen op, de vulkaan kent vele beschutte val- leitjes met verschillende microklimaten waar steeds op wisselende momenten weer andere planten groeien en bloeien. Eenzelfde wandeling op de Etna is daardoor elke dag weer anders. Carmelo: ‘The madness of the Etna’.
We zien veel kruidachtige planten als Centranthus, Viola, Erysimum, Anthemis en Rumex. Tussendoor hebben houtige gewassen zich gesetteld zoals krui- pende Juniperus hemisphaerica, Senecio aethnensis, Senecio chrysanthemifolius, Rosa canina en de verf- brem Genista aetnensis. ‘In juni kleurt deze ‘Mount Etna-broom’ hele hellingen geel.’ Carmelo vertelt verder dat de verfbrem misschien wel de hoofdrol speelt binnen de gevarieerde beplanting op de Etna. ‘Met zijn krachtige wortels verpulvert deze struik lavabrokken om zo de weg vrij te maken voor andere planten.’ Uiteindelijk gaan de groene vlak- tes, waar elke maand weer andere planten bloeien, over in groene ‘wolken’ van bos. Daar groeien Pinus nigra (‘alleen hier en op Corsica en in Calabrië – de ‘laarsneus’ van Italië – heeft hij de ijstijd overleefd’), pluimes (Fraxinus ornus), Robinia pseudoacacia, een enkele kurkeik (Quercus suber) en de eerder genoemde beuk. Op sommige plaatsen bestaan de bossen enkel uit berken, Betula aetnensis, waarvan de witte stammen in de winter sterk opvallen tus- sen de zwarte lavavlekken.
We wandelen verder, zwarte vlakken wisselen groene af. In de verte zien we een huis, bijna geheel bedolven onder inmiddels gestolde zwart lava. Iets verder is de lavastroom gestopt, precies tegen de muur rondom de tuin van een tweede woning. Het maakt overduidelijk in wat voor omgeving men hier woont. ‘Hoe kunnen jullie hier al die eeuwen zo leven, met die constante dreiging van die vulkaan?,’ is mijn vraag. Carmelo, geboren, opgegroeid en wonend aan de voet van de Etna, haalt zijn schou- ders op. ‘Jullie wonen met 16 miljoen mensen onder de zeespiegel. Dat lijkt me veel gevaarlijker.’ Ik laat me graag geruststellen en wandel verder. ❧
46 DE TUIN in vier seizoenen


































































































   44   45   46   47   48