Astilbe is een veelgebruikte tuinplant waarover vrij weinig geschreven wordt. Het is misschien wel de meest opvallende onopvallende plant in de tuin. Mogelijk door de pluimvormige bloeiaar, die niet de monumentale uitstraling heeft van een Lupinus of een Delphinium. De wetenschappelijke naam refereert eraan: het Griekse ‘Astilbe’ staat voor ‘zonder helderheid’. Een forse onderschatting voor de mogelijkheden die deze plant terdege biedt.
Astilbe wordt in het Nederlands ook wel spirea genoemd. Dat levert de nodige verwarring op: Spiraea is immers ook de wetenschappelijke naam voor een heester, die ook in het voorjaar bloeit maar verder niets te maken heeft met Astilbe. Het gaat met planten net zoals met kleding: de mode (lees: de waan van de dag) bepaalt of iets populair is of niet. Momenteel is de ‘Dutch Wave’ stijl in trek: een meer natuurlijke, prairie-achtige manier van tuinieren. Daarbij horen ook enkele soorten Astilbe. Dat is grappig, want de meeste Astilbe groeien het liefst op een vochtige plaats, die ook nog eens niet altijd vol in de zon hoeft te liggen en niet op een open plaats in prairie of steppe. Maar er zijn spreekwoordelijke uitzonderingen. Nu Astilbe chinensis ‘Purperlanze’ regelmatig in de plannen voor Dutch Wave-tuinen voorkomt, lijkt het of andere soorten en cultivars van de toenemende populariteit meegenieten. Deze forse, stijf opgroeiende cultivar doet het verrassenderwijs ook goed op een wat drogere plaats in de tuin en is dus ook goed te gebruiken in een prairieachtige beplanting tussen de siergrassen. In het algemeen is Astilbe een prima plant voor een vochtige plaats in de halfschaduw of zelfs min of meer in de zon, zolang de
bodem maar vochthoudend is en de plant niet uitdroogt…
Het hele verhaal lezen? Hier vindt u alle winkels waar het magazine verkocht wordt: www.tijdschriftdetuin.nl/verkooppunten/ Of neem een abonnement a € 41,95 per jaar (NL) en kies uit de volgende cadeaus: www.tijdschriftdetuin.nl/welkomstgeschenk
