Een redacteur is ook maar een mens, met een persoonlijke mening. In deze rubriek geven we steeds een redacteur of medewerker van dit blad de ruimte om zijn of haar visie te geven op een tuingerelateerde kwestie. Hanneke Jelles ontdekt waar ze het ook alweer voor doet allemaal. Hanneke Jelles is hoofdredacteur van dit blad; bovendien is ze hoofd educatie bij de Hortus botanicus Leiden.
Afgelopen voorjaar zat de redactie van dit blad gelukzalig in een grasveld op Kreta. Rondom rezen zoveel wilde bloemen op dat we nauwelijks nog de moeite namen om te kijken of het alweer een andere bijenorchis was. We hadden al heel wat mooie plekken aangedaan: iemand zag een fraaie compositie van wilde Euphorbia, kogelrond gesnoeid door de geiten; of een transparante wolk roze van alweer een veld orchideeën. Dan ging de auto in de berm en scharrelden we – bergopwaarts, bergafwaarts, maar steeds wadend door de wilde bloemen. Misschien is Kreta in de zomer een hete hel maar in het voorjaar is op elk strookje land iets bloeiends te vinden. Misschien wist u al dat het op Kreta mooi is – in 2015 stond in ons winternummer al een artikel over de bloemenpracht. Of misschien kent u uw klassieken: plantkundige Carolus Clusius (1526-1609) heeft het eiland zelf nooit bezocht, maar in zijn tijd werd het beschouwd als de ‘tuin’ van het oude Griekenland. In november 1592, voordat Clusius als prefect van de Leidse Hortus aan de slag ging, stuurde hij een pakket met ruim 250 zaden, knollen en bollen toe voor de nieuw in te richten tuin. Die waren voornamelijk afkomstig van Kreta. Deze neuswijsheden debiteerde ik daar in dat kruidenrijke grasveld. Een collega-redacteur filosofeerde over wilde planten in tuinen: het landschap was onderweg soms mooier dan een ontwerper het had kunnen bedenken. En zo had ieder een bijdrage. Al pratend kwamen we tot het inzicht dat we al jaren samenwerken aan dit mooie blad, maar elk vanuit een andere hoek. We hebben elkaar meer te vertellen dan we hadden kunnen bedenken. Na een tevreden stilte zei een van ons: hier doen we het voor. Domweg genieten van zo’n stille plek vol wilde planten, in een prachtig landschap, samen in alle vrijheid creatief nadenken over een mooi product. Wie heeft er niet met stress en zorgen te maken: het werk komt niet af, de kinderen gaan niet goed op school, de buren verzuren uw leven. Toch zullen er ook momenten zijn waarop alles op z’n plaats valt, zoals ons op Kreta overkwam. Goed vasthouden. Zeg in tijden van tegenwind tegen uzelf: waar doe ik het voor: dáárvoor. En dan weer doelgericht verder.
Wilt u reageren? Mail info@tijdschriftdetuin.nl, met als onderwerp ‘Waar doen we het voor’.
PS: Lezeres Truus reageerde op de column ‘Bert ziet minder beestjes’. ‘Uit mijn hart gegrepen. Ook wij wonen in een agrarisch gebied (40 jaar) en wij zien de achteruitgang van de verschillende vogelsoorten, insecten en vlinders.’ Om te vervolgen met een verslag van de achteruitgang in haar Brabantse omgeving en de stappen om in elk geval van de eigen tuin een biodiverse oase te maken. ‘Onze tuin is in een grote straal van enkele kilometers, op een klein stuk bos na, het enige gebied waar vogels en insecten hun voedsel kunnen halen en waar ze niet bedreigd worden door het vele landbouwgif […]. Wij hebben de indruk dat onze werkwijze werkt […]. Alles mag bij ons in de tuin blijven leven en wij genieten er met volle teugen van.’