Column: Stoepplantjes welkom

//Column: Stoepplantjes welkom

Column: Stoepplantjes welkom

Een redacteur is ook maar een mens, met een persoonlijke mening. In deze rubriek geven we steeds een redacteur of medewerker van dit blad de ruimte om zijn of haar visie te geven op een tuingerelateerde kwestie. Hanneke Jelles pleit voor behoud van onkruid.

Helaas moet ik met u een heikel onderwerp aankaarten: onkruid. Inderdaad, uw gehate vijand, dag in dag uit bent u in touw om het voor te blijven. Een nette tuin, de bodem gemulcht of een dicht tapijt gewenste planten houden de lastpakken buiten het tuinhek. Of vooruit, een enkeling – u las eerder over een braaf speenkruid, en in dit nummer over nagelkruid waar nog mee te leven is, en over de mooie wilde planten van De Heliant. Maar daar heb ik het hier niet over. Wees dus niet bevreesd, ik ga niet zeggen dat u uw tuin vol onkruid moet zetten; maar ik wil juist graag een pleidooi houden voor de planten buiten het hek. De planten die vanzelf op uw stoep groeien. Soms hoog opgeschoten, in de ‘loopschaduw’ van een lantaarnpaal. Soms onder vele voetstappen platgedrukt, teruggetrokken in de voegen, maar met voor de goede beschouwer hier en daar toch een piepklein bloemetje. Dat onkruid op de stoep – iets vriendelijker: die stoepplantjes – zien we met z’n allen steeds meer. Gemeenten spuiten geen gif meer. Natuurlijk wordt er nog geborsteld en gebrand op plekken waar bezoekers een schone stad of schoon dorpshart verwachten. Maar buiten de veelbezochte kern van dorp of stad schiet het groen op. Slordig, vindt menig passant en bewoner. Toch heeft al dat wilde groen ook goede kanten. Immers, mussen hebben niet alleen plezier van nestgelegenheid onder de pannen, ze zijn ook blij met de zaadjes van straatgras. Paardenbloemen zijn een zegen voor heel veel insecten. Al dat wilde groen tussen de bebouwing maakt stad en dorp een beetje koeler. Veel van die plantjes zijn vanzelf van ver gekomen, en voelen zich prima thuis in onze versteende woonomgeving. Waar soms zout gestrooid wordt, waar het warmer is dan op het omringende platteland. Waar het klimaat verder opwarmt; zij kunnen er goed tegen. Wie er oog voor krijgt ontdekt al gauw dat er geweldig veel verschillende planten op de stoep groeien. Het begon in februari al met de allerschattigste vroegeling, dat uit een rozetje van soms maar anderhalve centimeter een piepklein bloemetje produceert, en al snel zaad schiet. In een vorig nummer las u een artikel over winterpostelein. Ook een onkruid dat er vlug bij is, en al vlug weer verdwijnt. Maar wat een grappige kleine bloemetjes boven een schaaltje van sappig groen. Jaarrond bloeien er stoepplantjes. Het leuke van stoepplantjes is, dat je ze rustig kunt plukken. Het is immers maar onkruid. Dat is voor kinderen veel leuker dan met de handjes op de rug te luisteren hoe opa/oma vertelt. Zoek zelf maar eens uit waar dat kommetje van winterpostelein voor zou kunnen dienen en hoe je dat uit zou kunnen vinden (ik heb werkelijk geen idee). Zet eens een vroegeling in een klein potje en teken elke dag hoe het zaad schiet. Maak een herbariumpje van de plantjes in je eigen straat. Op www.stoepplantjes.nl zijn een paar proefjes met onkruiden te vinden, en er staat wat informatie over stoepplanten. Het idee is dat kinderen die niet allerlei mooie groene plekken kunnen bezoeken, toch een beetje natuur kunnen ontdekken en onderzoeken vlak voor hun eigen deur, school of winkelcentrum. En dat hun ouders/grootouders dan misschien een beetje milder worden ten opzichte van onkruid op de stoep. Waar het in de weg staat moet het weg, maar waar het door vegen kort gehouden wordt, of een anders kaal plekje groen houdt zonder in de weg te staan – kijk eens wat er eigenlijk staat, hoe mooi dat kleine spul vaak is. Pluk er eentje (handen wassen, jawel) en probeer eens hoe ver u met een ouderwetse flora komt (nog beter, een splinternieuwe! op 13 februari werd de nieuwste Heukels gepresenteerd, verwen uzelf met deze uitgebreide uitgave en kijk of u het nog kan, dat determineren!) komt u er niet uit – eens in de maand zit in de Leidse Hortus een stoepplantjes-consulent, en zo zal er misschien bij u in de buurt ook een helper te vinden zijn. Anders, stuur uw foto gerust op. Is het helemaal koek en ei op de stoep? Misschien daar wel, maar in verwaarloosde stukjes land steken ook planten de kop op die zich dusdanig enthousiast uitbreiden dat ze voor een soort monocultures zorgen. Bestuivers zijn wel blij met al die Japanse duizendknoop en springbalsemien, maar voor plantenetende beestjes zijn deze massaal oprukkende soorten minder aantrekkelijk. Vermoedelijk precies de reden dat ze het zo geweldig doen. Dus nee, een paar invasieve exoten moet je mijden, bestrijden en al helemaal niet in de tuin halen. Maar dat geldt niet voor al die kleine tredplantjes op de stoep. ❧

Wilt u reageren? Stuur een mailtje aan info@tijdschriftdetuin.nl, met als onderwerp ‘Pleidooi voor stoepplantjes’.

2020-04-08T15:03:48+02:007 april 2020|Nieuws|