Page 65 - De Tuin in vier seizoenen
P. 65
In onze koele streken kennen we planten die voor de zaadverspreiding met mieren samenwerken. Aan de zaden zit bijvoorbeeld een stukje zoet, olierijk weefsel. De mieren verslepen de zaden en zo komt de plant op een nieuwe plek.
In de tropen is er nog veel uitgebreidere samenwer- king tussen planten en mieren. Sommige planten zijn zo gebouwd dat ze al een kant en klaar mie- rennest vormen. Voor de mieren vormt de plant een mooi, veilig nest. De plant profiteert van het voedsel dat de mieren leveren in de vorm van ont- lasting, voedselresten en dode mieren. Wil een plantenetend dier van de mierenplant eten dan komen de mieren in actie. Ze verdedigen de plant. De samenwerking met mieren is ‘uitgevonden’ in allerlei plantenfamilies. Er zijn palmen, aronskel- ken, bromelia’s, orchideeën, varens en meer plan- tenfamilies die met mieren samenwerken. Mieren- planten groeien vaak hoog in bomen, zodat ze geen voedsel uit de bodem kunnen halen, en het zijn allemaal tropische planten.
OPGELEEFD
Luuk Jaarsma kon als kind al goed tekenen, al heeft hij er nooit zijn beroep van gemaakt. Toen hij een jaar of 23 was begon hij voor zijn plezier por- tretten te tekenen. Al snel kwamen daar planten- portretten bij. ‘Een vriendin ging op vakantie en ik verzorgde haar kamerplanten. Grappig genoeg leefden haar varens helemaal op door mijn verzor- ging. Dat wekte bij mij de belangstelling voor varens. Kort daarop verscheen in een regionale krant een oproep van Harry Roskam: hij wilde een vereniging van varenliefhebbers oprichten en zocht vrijwilligers. Samen met Joop Komijs uit Velp – hij is inmiddels overleden - hebben Harry en ik de Nederlandse Varenvereniging opgericht, die dit jaar 25 jaar bestaat.’
Luuk begon decoratieve tekeningen te maken van gedroogde varenbladeren. Die trokken op een jaar- vergadering van de vereniging de aandacht van professor Hennipman, indertijd de varenspecialist aan de Universiteit Utrecht. ‘Hij bestudeerde op dat moment een groep varens die met mieren samenwerken: Lecanopteris. Hij vroeg me om deze varens, met de mieren die ze bewoonden, te por- tretteren.’
LEVENDE PLANTEN
Luuk was in de jaren negentig een jaar of vier, vijf lang met deze klus bezig. Elk van de in totaal 12 platen vraagt twee tot drie weken werk. Zijn modellen waren meest levende planten uit de col- lectie van de Botanische Tuinen Utrecht. Wonder- lijk maar waar: ook die leken het bij Luuk thuis beter te doen dan in de kassen van de Utrechtse Hortus. De mieren tekende Luuk na van geprepa-
DE TUIN in vier seizoenen 65