Page 67 - De Tuin in vier seizoenen
P. 67
reerde modellen: soms een of twee soorten per plant, maar bij bijvoorbeeld Lecanopteris sinuosa wel zes soorten. Professor Hennipman zag toe op de wetenschappelijke juistheid en gaf aan welke delen belangrijk waren. ‘Ik mocht stekjes nemen van de planten en ik heb jarenlang een prachtige collectie Lecanopteris in huis gehad. Tot ik er een ziekte in kreeg en het heel snel gebeurd was – maar ik heb veel zin om opnieuw zo’n collectie op te bouwen.’
DROOG EN LICHT
Inmiddels heeft Luuk twee keer gelegenheid gehad om in het wild mierenvarens te bekijken op Sula- wesi. ‘Afhankelijk van de soort groeien ze hoger in het gebergte of lager in het dal. Sommige mieren- varens zag je met duizenden tegelijk in een soort boomgaard, dus buiten het oerwoud; vrij open ter- rein, droog en licht. De mieren voelen zich prettig in het zonnetje, dus deze varens zullen altijd op een vrij zonnige plek willen groeien. De plant heeft vrij veel massa, hij zal niet zo gauw uitdrogen.’ Tij- dens zo’n reis zag Luuk ook een exemplaar van Lecanopteris spinosa in levenden lijve – een soort die in 1985 door professor Hennipman voor het eerst is beschreven. Deze soort had Luuk naar gedroogd materiaal getekend; gelukkig was de gelijkenis uit- stekend.
WONDERBAARLIJK
Varens hebben altijd in Luuks belangstelling gehouden. ‘Bijvoorbeeld dat de zaadcellen zich voort kunnen bewegen, dat vind ik wonderbaar- lijk.’ De grootste puzzel vormde de compositie; ‘daar was ik altijd lang mee bezig, om alle onder- delen mooi op een plaat te krijgen. Het lastigste om te tekenen waren de sporangiën. Die bekeek ik met een binoculair, maar je zag daardoor steeds maar een klein laagje; om een driedimensionaal beeld te krijgen moest je steeds iets anders instel-
len en dan weer tekenen. Maar daar was weinig tijd voor, als de sporangiën uitdroogden onder de warme lamp, na een minuut of tien, sprongen ze open. Dan moest de schets klaar zijn.’
Door allerlei veranderingen is Luuk het contact met de heer Hennipman kwijtgeraakt. Of de aqua- rellen die hij maakte ooit gebruikt zijn in een wetenschappelijke publicatie weet hij niet. ‘Ik kreeg het drukker met andere dingen en ben min- der gaan schilderen. Op dit moment schilder ik eigenlijk helemaal niet meer. Maar ik wil zeker wel weer gaan beginnen zodra ik wat ruimer in mijn tijd zit.’ Ook zal hij het kweken van de mierenva- rens weer oppakken zodra daar ruimte voor is. ‘Je zag op Centraal Sulawesië de koffieplantages oprukken in de leefgebieden van de varens. De soorten die hoog in het gebergte groeien blijven wel bestaan, maar de soorten uit de lager gelegen gebieden verdwijnen samen met hun leefgebied. Als op een aantal plekken collecties zijn zal een soort minder snel helemaal uitsterven.’ ❧
Informatie
De Hortus botanicus Leiden heeft een mooie collectie mierenvarens en andere mierenplanten in de tropische kassen. De Hortus is t/m 1 nov dagelijks geopend van 10.00-18.00 uur.
Hortus botanicus Leiden, Rapenburg 73 Leiden,
T + 31 (0) 715 27 72 49, www.hortusleiden.nl.
In 1989 werd onder andere door Luuk Jaarsma de Nederlandse Varenvereniging opgericht. De vereniging is nog altijd zeer actief en organiseert bijeenkomsten waarop ervaringen en planten uitgewisseld kunnen worden, er zijn lezingen en excursies. Het 25-jarig jubileum wordt van 16-24 augustus gevierd in de Hortus botanicus Lei- den met een ‘varenweek’ en een lezingendag op 16 augustus 2014.
Meer informatie: www.varenvereniging.nl.
De Nederlandse Varenvereniging publiceerde naar aanleiding van haar jubileum affiches met de aquarellen van Luuk Jaarsma. Deze zijn onder meer verkrijgbaar tijdens de Varenweek in de Leidse Hortus.
DE TUIN in vier seizoenen 67