Column: Roze paardenbloem

//Column: Roze paardenbloem

Column: Roze paardenbloem

Een redacteur is ook maar een mens, met een persoonlijke mening. In deze rubriek geven we steeds een redacteur of medewerker van dit blad de ruimte om zijn of haar visie te geven op een tuingerelateerde kwestie. Emiel van den Berg ziet roze paardenbloemen.

Het is niet anders, mijn hele leven staat in het teken van groen. Vele honderden tuinen, kwekerijen en plantencollecties werden door mij de afgelopen 40 jaar bezocht, bekeken, gefotografeerd en beschreven. Mijn plantenkennis bleef zich elk jaar uitbreiden terwijl het aangeboden sortiment jaarlijks slonk. Ik ben een ongekende specialist zou je denken, iemand die precies weet hoe je een tuin in elkaar zet. Toch viel ik aardig door de mand toen ik vier jaar geleden aan een eigen nieuw project begon. Een nieuwe tuin. Plannen en ideeën genoeg, dat gaat bij mij vanzelf. Planten verzamelen ook, ik ken de beste adressen. Totdat het eerste plantgat werd gegraven. Ik bleek zware klei, leem zelfs, te hebben gekocht.
Onverstoord ben ik begonnen. Ook dat gaat bij mij vanzelf. Met een los beplantingsplan zette ik de planten uit en later in de grond. Nog aardig naïef dacht ik dat het allemaal wel los zou lopen, dat de planten zich er wel doorheen zouden slaan. Het eerste jaar ging het goed. Ik had overal flink herfstblad, compost en oude stalmest door de grond gemengd. Materialen die na verloop van tijd vergaan, dus het tweede jaar kregen veel planten het al wat lastiger, het derde jaar vielen er wat weg… Nu, het vierde jaar, is het tijd voor bezinning. Ik zit in mijn luie stoel en maak de balans op. Sommige planten doen het prachtig. Ceanothus thyrsiflorus var. repens, Rosmarinus officinalis en Syringa meyeri ‘Palibin’ bijvoorbeeld ontwikkelen zich precies zoals ik het in gedachten had. Van de eerste leid ik de takken horizontaal, van de tweede snoei ik bollen en van de derde golvende massieven. Dat doe ik ook met Osmanthus burkwoodii. Helemaal prachtig presteert Rosa ‘Charma’. Met glanzend donkergroen blad, maandenlange uitbundige bloei en bottels in de herfst. Een blikvanger. Waar ik de mist mee in ga, zijn de vaste planten. Langzaam maar zeker valt de een na de ander weg. En ik maar water geven, en extra compost, en buurplanten wegknippen, en onkruiden verwijderen.
Zittend naast die prachtige roos viel mijn oog op een paardenbloem die zich met een grote glimlach had genesteld tussen de stevige takken van die roos, takken die ik door de jaren heen steeds strak tegen de grond heb gedrukt zodat er nu een vlak van 1,5 bij 1,5 meter is gevuld. Die paardenbloem oogde heel gelukkig; blakend groen, groot blad en knalgele bloemen die hier hoger dan gemiddeld net boven het rozenblad uitkwamen. Maar wel onkruid. Wat doe je dan, wetende dat veel vaste planten hier afhaken en een paardenbloem er zelf voor heeft gekozen om zich hier te vestigen. Ik dacht het maar eens los te laten. Hetzelfde dacht ik bij de zich hier goed uitzaaiende margriet, toorts en duizendblad. Ik geef ze dit jaar de ruimte terwijl ik de trots verzamelde collectie bijzondere vaste planten langzaam zie instorten. En het resultaat is bijzonder prettig. Steeds komt er ergens op de zware klei-leem toch weer een onverwachte zaailing op. Langzaam wordt het een heel andere tuin dan die ik ooit in mijn gedachten had, maar dat mag de pret niet drukken. Deze hele kentering begon met die eerste, onverschrokken paardenbloem. Toen die in volle bloei stond, kon ik niet anders dan toegeven dat hij prachtig is. De bloem is een genot om naar te kijken. Daarbij duurt de bloei enkele weken en van woekeren is geen sprake. Met zijn penwortel blijft hij netjes op zijn plaats. Voor mij is het geen onkruid meer. De paardenbloem mag zich hier vrij nestelen, net als veel andere aanwaaiers. Mijn ‘bekering’ tot de paardenbloem bleek zo gek nog niet toen ik in gesprek raakte met Geert Devriese, gepassioneerd kweker. Hij heeft, volgens eigen zeggen, ’s werelds grootste collectie Laurus; circa 45 soorten en cultivars. Daarnaast is hij eigenaar van de Nederlandse Plantencollectie Lagerstroemia (zie elders in dit blad) en Choisya. Op de vraag naar een favoriete vaste plant is het antwoord verrassend. Geert zou graag het gazon wat willen ‘moderniseren’. Hij las over dubbelbloeiende en geel- en witbontbladige Ranunculus repens, kruipende boterbloem. Er is kruipende witte klaver met gekleurd blad verkrijgbaar. ‘Mooi voor in het gazon want dat is vaak te netjes. Voor mij hoeft het niet zo gelikt te zijn.’ Tot slot vertelt hij over de paardenbloem waarvan een bontbladige, witbloeiende en roze bloeiende selectie verkrijgbaar is. Een eyeopener. Die paardenbloemen bij mij mogen nu zeker blijven staan. Zo lang ze het naar hun zin hebben! 􀁶

Wilt u reageren? Mail info@tijdschriftdetuin.nl, met als onderwerp ‘Emiel over paardenbloemen’.

2019-09-18T13:27:56+02:0018 september 2019|Nieuws|